woensdag 30 maart 2016

Hoe doe je dat?

En hoe gaat dat praktisch dan in zijn werk die herbruikbare luiers?

Misschien eerst even vertellen dat je in onderstaande 'tutorial' zal merken dat het soort luiers die de billen van Leonard drooghouden slechts één van de vele mogelijke soorten herbruikbare luiers is. Je kan ook luiers met drukknopsluiting, luiers van hennep, van katoen, niet-voorgevormde luiers, all-in-one-luiers, etc. kopen. De diverse soorten hebben elk hun voor-en nadelen. De meeste verkopers van herbruikbare luiers geven je graag de nodige uitleg bij de diverse soorten. Er zijn winkels die hierover zelfs workshops geven. Onderaan deze post vind je een lijst van dergelijke winkels.

Laten we beginnen met alles wat je nodig hebt. Op de foto hieronder zie je: een blauwe luier, een rood-oranje gestreepte inlegger, een wit gestreept overbroekje en een papieren inlegvlies. That's all you need voor 1 luierbeurt.
Stap voor stap ziet dat er zo uit:
De blauwe luier is een voorgevormde meegroeiluier op basis van bamboe, met velcro sluiting. Het 'meegroeien' doe de luier met behulp van de drukknopen aan de buitenkant van de luier (zie foto boven).
Nvdr. nadeel aan de kleinste stand (dus drukknopen toe) is dat ik zo het gevoel had dat de plooi die zo vooraan in de luier gevormd wordt niet aangenaam zou zitten voor Leonard. Of dat ook zo is, heeft hij nooit laten merken en ik zal het hem ook nooit kunnen vragen. Ik heb daarom, gewoon omwille van dat 'gevoel', na 2 weken al de drukknopen aan de buitenkant los gelaten (zoals op de foto). Dat heeft eigenlijk nooit problemen gegeven, zelfs geen lekken. Ik had niet het gevoel dat de luier zo te groot was. Misschien ook omdat je met velcro sluiting veel speling hebt op de pasvorm. Ter info: Leonard woog 3,680kg bij zijn geboorte.
De rood-oranje gestreepte inlegger dient als extra absorptielaag. De eerste weken heb je die in feite niet echt nodig en kan je deze weglaten. De inlegger bevestig je met drukknopen aan de binnenkant van de blauwe luier.
Dan komen we bij het papieren inlegvlies. Dit is het deel van de luier dat slechts beperkt herbruikbaar is. Het dient om stoelgang op te vangen. Van meconium over borstvoedingskaka tot echte 'vaste-voedingsdrolletjes'. Het is gemaakt van biologisch afbreekbaar materiaal. Het lijkt op papier, maar het is steviger dan bijvoorbeeld toiletpapier: je kan het wassen!
Enkel pipi? dan wordt het inlegvlies mee gewassen en hergebruikt. Als er dan vrienden op bezoek komen terwijl je luiers aan de wasdraad hangen, kan het wel zijn dat ze je vragen waarom je je wc-papier wast... ;-)
Ook een bruin hoopje in de luier?, dan gooien we dat hoopje samen met het inlegvlies weg. Zo hoef je ook nooit stoelgang aan te raken, want je neemt het uit de luier met behulp van het inlegvlies. Let wel op: de inlegvliezen met stoelgang gooi je best niet in het toilet om verstoppingen te voorkomen. Het zou bovendien ook weinig ecologisch zijn om bij iedere nieuwe luier het toilet te moeten doorspoelen. Sommige mensen doen de stoelgang in de vuilbak. Wij gooien ze in de compostbak, die we nadien warm composteren (op meer dan 70°C om bacteriën te doden).

Je hebt twee soorten inlegvliezen. Eén soort die stuk voor stuk zitten opgeplooid in een doosje. De andere soort zijn vliesjes op rol. De kostprijs is dezelfde en je moet zelf wat uitproberen wat jou het beste ligt. Wij zijn er nog steeds niet uit welke we nu de beste vinden...
De vliesjes in de doos zijn dunner en scheuren sneller, zeker na het wassen. Maar na het wassen kan je ze makkelijker terug goed open plooien, terwijl de vliezen van de rol soms zo sterk krimpen dat je ze moet open strijken om goed te zijn, extra werk dus.
De doosvliesjes hebben ook het voordeel dat ze groter open te plooien zijn, zodat je zeker geen kaka over de vliesranden aantreft. Nadeel aan de doosvliesjes is dat je ze telkens moet open plooien, hetgeen een extra handeling betekent. De rolvliesjes scheur je gewoon van de rol en klaar. Ik zei het al: probeer beide eens uit en ondervind zelf wat je het liefst gebruikt.
Zo, nu kunnen we de luier onder en rond Leonard zijn billen plooien.
Het overbroekje niet vergeten en... klaar!
Overbroekjes zorgen ervoor dat de natte luier niet lekt naar de kleding toe. In principe worden ze niet echt vuil en vervang je zo'n overbroekje slechts om de dag. 
Ze bestaan er in verschillende materialen, van wol tot PUL of TPU. Die twee laatste zijn synthetisch (dus plastic) gelamineerde stoffen die nog kunnen ademen. Wij kozen destijds voor de plastic variant met velcrosluiting. We hebben er enkele van Popolini (TUP) en enkele van MotherEase (PUL). Allebei heel tevreden over en geen grote verschillen op te merken in gebruik, comfort, ... Ecologisch gezien hadden we misschien beter gekozen voor wollen overbroekjes, dat is waar. Maar het gemak ging hier even voor, gesterkt door de bedenking dat we op 2 babylevens slechts 9 plastic overbroekjes gebruiken in plaats van 2 bergen met telkens meer dan 5000 wegwerpluiers.
9 plastic overbroekjes inderdaad: ze bestaan in 3 maten (S-M-L) en we hebben 3 overbroekjes per maat. Leonard is op 6 maanden begonnen aan de maat M.
Bij het verluieren gooi je dus in de luieremmer (of luierzak): de luier met inlegger, het inlegvlies als er alleen pipi was en eventueel ook het overbroekje als dat aan een wasbeurt toe is. Bij ons gaan er ook de herbruikbare natte doekjes in.
Bij Mme Zsazsa las ik dat ze haar vuile luiers niet verzamelt in een luieremmer, maar eerst laat drogen aan een droogrek, vooraleer ze te wassen. Dat is ook een optie natuurlijk. Wij hebben geen garage of berging waar plaats is voor zo'n droogrek, dus gebruiken we een luieremmer (gekocht bij Hema) met deksel. Als de emmer vol is, weten we meteen dat het tijd is om de luiers te wassen.
Wanneer we op stap zijn, gebruiken we de luierzak. Dat is gemaakt van dezelfde stof als de overbroekjes. Je kan hem aan je wandelwagen of aan de buitenkant van je rug- of draagzak hangen met behulp van het lusje en de drukknop.

Toen we aan het luierverhaal begonnen, dachten we nog dat we onderweg wel wegwerpluiers zou gebruiken, maar dat vinden we nu zelfs niet handig. We zouden dan voor vertrek moeten bedenken dat we Leonard een wegwerpluier aandoen, ter plekke een vuilbak zoeken, etc. We doen onderweg dus gewoon zoals we thuis doen.
Overtuigd? Of nog een overtuigende infosessie nodig? Ik geef je hieronder alvast een lijstje met winkels die herbruikbare luiers verkopen. (Ken je zelf nog winkels? Laat het me weten, dan zet ik de winkel bij in de lijst.)

Bakstenen winkels (met bijhorende webwinkel):
Blabloom (in Houthalen-Oost, geven infosessies)
Doekjes en broekjes (in Leuven, geven infosessies)
Ecobaby (in Hoegaarden)

Webwinkels met infosessies:
Klein Spook (infosessies in Gent)
Luierhoek (infosessies in Sint-Amandsberg)

Enkel webwinkel:
Pappetie (uit Mere)
Sebio (algemene biowebwinkel)
Spulletjes voor spruitjes (uit Deerlijk)

vrijdag 25 maart 2016

Goede vrijdag-weetje

Ik zocht wat meer kennis over Boris op, en kwam een klein weetje over roodborstjes tegen dat wel heel toepasselijk is voor vandaag:
"In de volksverhalen heeft hij zijn rode vlek gekregen van de stervende Christus. Toen deze laatste aan het kruis hing, werd zijn pijn nog verhoogd door een venijnige doorn in zijn doornenkroon. Niet dat de andere stekels niet pijnlijk waren, maar deze stak net naast zijn oog. Het roodborstje, nieuwsgierig als altijd, zat op het kruis en had het opgemerkt. Met zijn
sterk snaveltje brak het de stekel af en trok hem heel voorzichtig uit de wonde. Daarbij viel er een druppel bloed op zijn borst en werden zijn pluimpjes rood gekleurd. Jezus zag dit en sprak: "Aan deze druppel bloed zal men voortaan herkennen dat jij mijn lijden hebt verzacht." Vanaf dat ogenblik had het vogeltje een rode borst en werd het roodborstje genoemd."
Bron: Noorderkempen.be
Boris, met zijn rode borst...

donderdag 24 maart 2016

Herbruikbare baby's en hun luiers. Of was het omgekeerd?

Nu Leonard al ruim 1 jaar is, dacht ik: tijd voor wat gedachtesprongetjes over onze 'ecologische' baby met zijn herbruikbare luiers.
Even een korte historiek. Onze twee oudste zonen, Melchior en Wolf, droegen allebei zo'n 2,5 jaar lang wegwerpluiers rond hun billen. Zo ook voor Astor zijn eerste levensjaar. Ik kon toen altijd allerhande redenen bedenken om niet met herbruikbare luiers te beginnen. Ik dacht aan herbruikbare luiers als aan 'véél werk', 'geen tijd', 'te ingewikkeld', 'te duur', 'te oubollig', etc. De som van al die twijfels woog veel harder door dan onze bereidwilligheid om ook eens aan het milieu te willen denken.
In totaal 6 jaar wegwerpluiers dus. Ik wil niet weten hoeveel luiers dat zijn geweest, hoeveel kilo afval dat in totaal is en wat de milieukost daarvan is. Ze zeggen al eens dat spijt altijd te laat komt...

Het goede nieuws is dat er 'toen' een kantelpunt kwam: op werkvlak kreeg ik even wat ademruimte en dus thuis meer tijd, Liesbeth schreef aanstekelijk over vrolijk gekleurde luiers en we maakten tijd voor wat extra uitleg bij Doekjes en Broekjes. We gooiden ein-del-lijk al onze excuses en twijfels overboord en gingen helemaal voor het herbruikbare-luier-verhaal.

Of we daar ook spijt van hebben? Bijlange niet! We zijn helemaal verkocht. Zelfs zo verkocht dat indien we ons babyverhaal van nul af aan opnieuw konden beginnen, we vanaf dag 1 voor herbruikbare luiers zouden kiezen.
Toen we de luiers bij Astor aankochten, hebben we (met de hulp van ecowerf) een kleine berekening gemaakt die uitkwam op een break-even: op de 1,5 jaar dat Astor nog luiers ging dragen, konden we de kosten van de luiers er net terug uithalen. We betaalden zo'n 750 euro voor 19 luiers en 3 overbroekjes, en we moesten zo'n 120 euro tellen om 1,5 jaar lang luiers te wassen (detergent, elektriciteit, water, afschrijfkosten wasmachine). Een droogkast hadden we toen niet, dus dat vormde geen extra kost. Het financiële voordeel zat bij ons in de premie die we van de stad kregen (125 euro), de besparing op wegwerpluiers (365 dagen x1,5 jaar x 4,5 luiers per dag x 0,25 cent per wegwerpluier= 615 euro), een besparing van ongeveer 560 kg afval op 1,5 jaar (= 560 kg x 0,30 cent per kg= 168 euro). Ik heb 'maar' 4,5 luiers per dag gerekend, omdat Astor toen al 1 jaar was. Als je wil berekenen vanaf geboorte, moet je 5,8 luiers per dag tellen gedurende 2,5 jaar. Onze kosten werden dus op dat anderhalf jaar al volledig terugbetaald en dat was voor ons voldoende motivatie om de stap te zetten. Want naast deze financiële nuloperatie, was er natuurlijk de grote ecologische winst voor het milieu.
In het geval Astor voor altijd onze jongste telg zou blijven, dan waren we van plan de luiers een tweede (en derde en...) leven te geven door ze aan vrienden te geven die graag herbruikbare luiers wilden gebruiken... Maar toen kregen we een heuglijk briefje van de ooievaar: we mochten de luiers zelf houden! Spannend! We gingen onze luiers voor de eerste keer vanaf de geboorte kunnen gebruiken. (En ja, de baby Leonard op komst, dat was ook spannend natuurlijk, maar laat ons bij het onderwerp blijven...)
Leonard 5,5 maand, toekijken hoe mama (of papa) de luiers te drogen hangt.
Aangezien we nu toch geen kost meer hadden aan luiers en we er bovendien zo'n 600 euro per jaar mee gingen besparen (aankoop wegwerpluiers+afval-waskosten), kochten we maar meteen een droogkast! Nee, grapje. Niet daarom, maar gewoon uit pragmatisme: met het vooruitzicht op 4 kinderen vonden we dat geen luxe meer. Ok, dat hebben we dan ook weer opgebiecht: een droogkast! Maar dan wel een milieuvriendelijke(re) warmtepompdroogkast en met het tot nu toe zeer geslaagde voornemen om de droogkast enkel in de winter te gebruiken. Mijn Oma zou gezegd hebben: "Uitleg, uitleg, uitleg...". Ze heeft gelijk, maar soms weegt het eigen gemak meer door dan de milieubewuste keuze.
Eerste weken, véél luier, weinig baby...
Goed, een droogkast. En wat kocht ik dan nog voor de geboorte van Leonard? Eigenlijk alleen maar 3 overbroekjes in maatje S, omdat Astor destijds onmiddellijk met maatje M was begonnen. (Klinkt dat Chinees, die 'overbroekjes' enzo? In een volgende blogpost vertel ik je hoe dat dat in z'n werk gaat, die herbruikbare luiers. Nog even geduld...) We begonnen dus wegwerpluier-vrij en nattedoekjes-vrij aan de kraamweek. Ik had niet kunnen voorspellen dat me dat een ongelooflijk bevrijdend gevoel zou geven. Ik kon gewoon lekker Moeder Kloek spelen zonder te moeten nadenken wat Vader Haan voor ons Kuikentje Leonard moest meebrengen van de winkel. Alles wat zo'n klein kuikentje nodig heeft, was voorhanden: luiers, zelfgemaakte doekjes, kleertjes (geleend en van de grote broers) en moedermelk. Indien je de mogelijkheid hebt om gedurende 6 maanden borstvoeding te geven en kleertjes te recupereren van broertjes, zusjes, neefjes of nichtjes en vriendjes, dan hoef je het eerste half levensjaar van je kind dus eigenlijk niet naar de winkel voor dat kind. Ok, strikt genomen dan toch, want welke 'verse' moeder kan de drang om haar kind eens iets nieuws te kopen zomaar onderdrukken? My guilty pleasure. ;-)
Leonard, in zijn allereerste 'outfit'. Geleend van deZusjes_deBroertjes.
De eerste weken herbruikbare luier waren wel een beetje, euhm, ... 'raar': ik had het gevoel meer luier vast te hebben dan baby. Esthetisch gezien een minpuntje. Een minpuntje dat in de ogen van een pas bevallen moeder die de perfectie nastreeft in al haar doen en laten, wel eens kan uitgroeien tot een serieuze bummer die haar heel even doet overwegen om die eerste weken dan misschien toch te kiezen voor wegwerpluiers... Gelukkig ging het om pure esthetiek en had het niets te maken met pragmatiek: het idee van de wegwerpluiers werd al snel weer in de kast gemoffeld. Samen met alle broekjes maat 56 en alle broekjes die niet genoeg rek hebben (à la 'jeans' of 'geklede broek'). De ervaring leert dat tricotbroekjes of leggings het makkelijkst zijn. Het patroon van Emma&Mona zit supersnel in elkaar en past perfect (daarvan heb ik zelfs de maat 56 nog kunnen gebruiken). Het grappige zicht is voor ons redelijk snel een normaal zicht geworden. Nu valt ons de 'dikke luierpoep' van Leonard eigenlijk niet meer op.
Esthetisch gezien is het dus misschien niet je dat. Maar dat staat niet in de weg dat er ons naast de milieu- en financiële voordelen ook redelijk wat 'technische' voordelen zijn opgevallen aan de luiers.
Grootste voordeel: geen lekken meer! Bij Melchior, Wolf en Astor waren we de eerste maanden altijd erg op onze hoede bij zwaar gerommel in de broek. Meestal betekende dat immers 'kaka tot in de nek', met veel gezucht, een bruine body en het zoveelste bad van de dag tot gevolg. Herbruikbare luiers hebben blijkbaar een veel betere pasvorm. Het is niet merkgebonden, want ik heb hetzelfde voordeel ook gehoord bij moeders die een ander merk herbruikbare luiers gebruiken.
Groot voordeel: nooit meer zonder luiers in huis. Dat is iets wat me wel eens voorviel bij Melchior en Wolf. Ok, slecht aankoopbeleid van mijn kant, eigen schuld, dikke bult. Maar nu heb ik blijkbaar zo'n routine ontwikkeld met het wassen van de luiers dat ik nog nooit zonder luiers zat (behalve die ene keer toen de wasmachine een week lang dienst weigerde).
Kleiner voordeel: geen luieruitslag. Ik kan natuurlijk niet zeggen of het komt door de luiers, dan wel door de herbruikbare natte doekjes. Alleszins komt er alleen maar water, katoen en bamboe in contact met onze babybillen en hebben we, behalve in tanden-krijg-periodes, geen last van rode billen.
Klein voordeel: vroeger zindelijk. Astor ging op 19 maanden op het potje. Op 2 jaar en 3 maanden was hij overdag zindelijk (zonder ongelukjes). Dat is een dikke 2 maanden eerder dan zijn broers. Dat is niet zo heel veel verschil en al helemaal geen wetenschappelijk bewijs natuurlijk... Vandaar een 'klein' voordeel.
Mini-voordeel: ik heb de indruk dat Leonard zachter 'landt' als hij op zijn poep valt. ;-)
Kleinste voordeel: de luiers zijn zo kleurig, dat je er vrolijk van wordt.
Onze conclusie: herbruikbare luiers vragen iets meer werk (wassen, ophangen/drogen), maar zijn zo hard de moeite waard. Voor het milieu, voor de portemonnee, voor de billen van je kuikentje en voor je gemoed!

maandag 21 maart 2016

Boris.

Sinds vorig jaar heb ik een moestuinvriendje.
Boris doopten Bart en ik hem (of is het een haar?). Sinds de eerste zonnestralen, is Boris weer op post. Als ik in de tuin bezig ben, zit hij vrolijk te kwetteren in de haag, of op de bloempotten.
Van zodra ik mijn hielen licht bij het ene perk, vliegt hij er razendsnel naartoe om te kijken of er geen wormpje of insect te rapen valt. Helemaal niet bang, zoals het een echt roodborstje betaamt.
In de kringloopwinkel vond ik onlangs nog het boekje 'De roodborst, dichtbij en ver weg' van Jenny De Laet. Ik las het lang geleden (toen de dieren nog spraken ;-)) al eens, maar heb zin om het opnieuw te lezen. Al was het om uit te dokteren of de Boris van dit voorjaar, dezelfde is als Boris van vorig jaar... Als jij het weet, mag je het me zeker vertellen!

dinsdag 15 maart 2016

Over katjes en bijen.

Daar is de zon!
De laatste dagen was het een zaligheid om in de tuin te werken. Ik denk zelfs dat ik al een voorjaarskleurtje heb opgedaan  (het zou natuurlijk ook gewoon 'tuinvuil' kunnen zijn ;-)).
Hoewel de wind vaak nog zorgt voor een lage gevoelstemperatuur, hebben ook de planten die zon gezien. Want hier en daar beginnen knoppen uit te lopen. Dit jaar merken we dat goed omdat we voor het eerst wilgenkatjes hebben.
Er staat sinds 2 jaar een wilg in onze tuin. En eigenlijk is die wilg een mooi staaltje van 'ecologie'. Onze tuin is nog heel jong en dus redelijk kaal. Door de bouwwerken met zware kranen en machines is de bodem op één specifieke plaats verdicht (platgedrukt zeg maar), met in regenperiodes  een natte plas als gevolg. De plaats waar de plas ligt, is een doorgangsplaats, dus er een permanente poel ofzo van maken, is geen optie. We hadden wel al eens gedacht aan waterminnende planten, maar andere bezigheden en vooral luiigheid natuurlijk, zorgden ervoor dat die waterminnende planten er niet kwamen.
Of toch niet door ons alleszins... Want toen was daar ineens Moeder Natuur die ons een handje hielp. Zo'n 2 jaar geleden is er aan die plas helemaal vanzelf een plantje beginnen groeien. In het begin viel het plantje niet echt op, te klein om er aandacht aan te schenken. Totdat we terug kwamen van een langere vakantie en dat kleine zaailingetje ineens was uitgegroeid tot een plant die de naam 'boom' al waardig was. Dat is zoals kinderen die elke dag onopgemerkt groeien, totdat ze na de zomer een winterbroek uit de kast plukken en blijkt dat die 'ineens' 5 cm tekort is.
Het boompje is dus een wilg. En wie wilgen kent, weet ook dat dat de zuipschuiten onder de bomen zijn. U raadt het al, onze natte plek in de tuin is weg. Dat is wat ik zo schoon vind aan de natuur: als je ze haar gang laat gaan, vindt ze meestal wel een oplossing in de gangbare omstandigheden.  Hoewel ik weet hoe de vork in de steel zit (Daar waar het nat is, kunnen 'gewone' bomen niet kiemen omdat ze in al dat water niet genoeg zuurstof vinden. Maar als de wind het zaad tot daar brengt, kunnen die bomen die natte voeten nodig hebben er wel kiemen, terwijl ze op droge plaatsen zouden afsterven. Ecologie dus, of aanpassing van de organismen aan hun omgeving.), hou ik ervan om lekker naïef te doen en te zeggen: "Fantastisch toch dat die wilg wéét dat het daar zo nat is!!". Tja, ieder zijn ding, hé.
En die wilgen, daar valt nog wat over te zeggen. Behalve als grote voorjaarsbode betekenen ze ook feest voor de bijen die vanaf nu terug beginnen vliegen. De mannelijke bloemen van de wilg leveren een heleboel stuifmeel, dat bijen gebruiken als eiwitrijk voedsel en als bouwmateriaal voor hun raten. De vrouwelijke katjes herbergen superveel minibloempjes die elk op zich nectar bieden. Nectar waar de bijen honing van maken. De wilgen bieden dit eerste voorjaarsmaal natuurlijk niet voor niets aan. Voor wat hoort wat en dat moet de bevruchting van de wilg zijn. Mannelijke en vrouwelijke bloemen huizen immers op twee verschillende planten. Wie herinnert zich nog de 'tweehuizigheid' uit de lessen biologie? Het stuifmeel moet dus van de ene mannelijke wilgenboom, naar de andere vrouwelijke wilgenboom gebracht worden. Moeder Natuur heeft dat weer goed geregeld, want de bijen doen dat maar al te graag in ruil voor het eerste stuifmeel en de eerste nectar van het voorjaar.
Ik versnelde het open komen van de wilgenkatjes wat, door een paar takken met katjes binnen in een vaas met water te zetten. Boven zie je mannelijke katjes, onder zie je vrouwelijke katjes. Beide takken komen dus van een andere wilgenboom. De lente in huis halen, noemen ze dat...

donderdag 10 maart 2016

Beparelde tuin.

Bevroren ochtenden.
Dan doe ik graag lekker vroeg mijn jas aan, muts op, sjaal rond de nek en trek ik onze beparelde tuin in. Meestal om het groentebakje leeg te maken op de composthoop. Vorige week met fototoestel in de hand.
Bij de laatste groenten in de hof: spruiten op de eerste plaats! Ze zijn wel bijna kaalgeplukt. Ik denk dat we nog 1, hoogstens 2 keer spruiten gaan kunnen eten de komende weken.
Dropplant van vorige zomer. Ik laat mijn planten met opzet de hele winter 'dor' in de tuin staan. Enerzijds omdat de tuin er anders maar kaal bij ligt. Maar eigenlijk vooral omdat die dorre planten een woonplaats betekenen voor allerhande beestjes, zichtbaar en onzichtbaar. En dan reken ik 'schimmels' en dergelijke ook onder beestjes.

"Eikes, schimmels!", hoor ik u denken. Maar vergis u niet: schimmels zijn een niet te missen schakel in het bodemvoedselweb. Zonder schimmels geen evenwicht op en in onze bodem, met échte schimmelziektes op onze planten als gevolg.
Lui zijn in de tuin kan al eens zijn voordelen hebben...

Hierboven nog zo'n bewijs van luiigheid: ook de Verbena liet ik verdorren en overwinteren in de tuin. Misschien dat ik me dat deze lente wel ga beklagen, want dat zaait uit gelijk zot... Voor je 't goed en wel beseft staat heel je tuin vol Verbena. Dat wordt weer beetje uittrekken, beetje laten staan, want de vlinders zijn dol op Verbena.
Op het einde van de zomer stond deze mooierd plots in de moestuin. Een heel dik, vlezig blad met een superzachte 'pels'. Ik denk dat het vingerhoedskruid is (correct me if I'm wrong!). Hij is waarschijnlijk met de wind komen aanvliegen. Nu twijfel ik of ik de plant dit jaar in bloei ga laten komen, want vingerhoedskruid staat in mijn geheugen als 'zeer giftig' geschreven.
De salie deed vorige zomer aan een ware heropleving. Het mini-plantje dat ik bijna ten dode had opgeschreven, groeide uit tot een dikke struik vol verse blaadjes die de winter met glans hebben doorstaan. Heerlijk kruid: om te aaien, om aan te ruiken, voor de keel (thee!) en in de keuken.
De boerenkool doet het ook nog goed. In deze weken valt er niet veel meer te oogsten in de hof, maar de boerenkool blijft hier scoren in de maaltijdsoep bijvoorbeeld. Mijn schoonouders noemen ze 'krolkolen' en planten die kolen eigenlijk enkel en alleen om aan de kippen te geven in de winter. Bart was dan ook eerst wat wantrouwig over het feit dat we 'kippeneten' in onze soep gingen draaien. Of hoe de wereld soms op z'n kop staat door 'gewoontes'...
Ik laat de koriander in de lente en zomer altijd doorschieten. Het zaad verspreid zich en kiemt snel weer. Zo heb ik bijna het hele jaar door altijd wel ergens koriander staan.
Rozemarijn, of 'mini-kerstboompjes' zoals Wolf het noemt. Mooi kruid, sinds een paar jaar een dikke struik en dus blikvanger in de moestuin. De geur van verse rozemarijn voert me onmiddellijk naar de Spaanse Pyreneeën waar het kruid weelderig in het wild groeit.
Soms is zelfs het gras bepareld. Dan denken de zonen altijd dat het gesneeuwd heeft.
Dille... in alle seizoenen mooi. Ik hou niet zo van de smaak van dille. Maar wel van de plant. Vlinders, bijen en pyjamakevers houden er ook van. Daarom alleen al mag dille altijd blijven staan waar hij uitkomt in de moestuin, behalve op de paden natuurlijk...
En tot slot nog wat look. Look die ik in de herfst plantte. De bollen zijn nog niet klaar, maar af en toe scheur ik het blad af en gebruik ik het in een yoghurtsaus met citroen en peper.